Deze pagina is, aangezien deze ook bedoeld is voor niet-West-Vlamingen, uitzonderlijk in het Nederlands geschreven.

Inleiding

Klik hier voor een samenvatting van het SV 1.3.
Deze tekst beschrijft de huidige toestand van de tot dusver aanvaarde compromisoplossing van de West-Vlaamse spelling op deze Wikipedia. Hij is het resultaat van de ervaringen die Wikipedia-schrijvers in al die tijd hebben opgedaan. We weten dat niet elke West-Vlaming zich 100 % zal vinden in deze regels, gezien de regionale verschillen. Toch zouden we het heel sterk appreciëren als je op jouw pagina's deze spelling als leidraad gebruikt. Kijk zeker ook eens naar de regels inzake spelling op de West-Vlaamse Wikipedia.

Standaardvlaams

Het West-Vlaams is geen eenheidstaal maar wel een dialectgeschakeerd taalcontinuüm. De bedoeling van het Standaardvlaams, kortweg SV, is een compromis te zijn over de spelling van de verschillende typisch West-Vlaamse klanken over de streekvarianten heen om zodoende de uniforme schrijftaal te worden voor West-Vlaams schrijvende auteurs. Die uniforme schrijftaal is nodig. Enerzijds opdat onze West-Vlaamse teksten voldoende ernstig zouden worden genomen. En anderzijds om een referentie te worden voor alle West-Vlamingen die zich schriftelijk in hun eigen taal wensen uit te drukken.

Dit voorstel behandelt uitsluitend de spelling van het West-Vlaams en doet geen uitspraken die betrekking hebben op de verschillen qua woordenschat en qua vorm zoals vervoegingen, meervoudsvorming en verkleinwoorden. Zie ons Taalportaal voor artikels over West-Vlaamse klanken, grammatica, woordenschat en hun regionale verschillen.

Het SV is geen resultaat van een academische studie. Het werd ontwikkeld op basis van de vele voorstellen van de auteurs van deze West-Vlaamse Wikipedia die allen een opmerkelijk ontwikkeld taalgevoel hebben. Hierdoor zouden de regels voor elke West-Vlaming gemakkelijk herkenbaar en toepasbaar moeten zijn.

De afspraken zijn ondergebracht in drie regelgroepen:

  1. afspraken die de verhouding met het AN regelen
  2. afspraken over de spelling van streekonafhankelijke West-Vlaamse klanken
  3. afspraken over de spelling van streekafhankelijke West-Vlaams klanken

Dit Standaardvlaams is nog jong en wil verder groeien. Gebruik de discuusjepagina voor al uw reacties.

Toepassing SV

Alle auteurs op deze Wikipedia worden verzocht de hier vermelde regels zoveel mogelijk op hun pagina's toe te passen voor zover die geen streektaal-template bevatten (zoals in Brugge bijvoorbeeld). Maar zelfs op de streektaaleigen pagina's is het aan te bevelen met de SV-regels rekening te houden.

Gebruikte afkortingen:

WVL = West-Vlaams: de verzameling van de gesproken dialecten in het West-Vlaamse taalgebied. Zie ook NW WVL en ZO WVL.
SV = Standaardvlaams: de hier beschreven schrijftaal (spelling) voor alle West-Vlamingen
AN = Algemeen Nederlands: de officiële spreek- en schrijftaal voor alle Nederlandstaligen

Historiek spelling

De historiek is belangrijk om te begrijpen waarom wij tot de huidige spelling zijn gekomen.

Belangrijkste wijzigingen t.o.v. SV 1.2

Regelgroep 1 - Verhoudingen met AN

Toepassing AN-regels

Dit SV-voorstel is geen volledige grammatica van a tot z. Enkel de afwijkingen en probleemgevallen t.o.v. het AN passeren de revue. Het AN is van toepassing op alles wat niet in het SV wordt beschreven zoals

  • vervoeging van werkwoorden en de d/t-regel
  • open & gesloten lettergrepen
  • uitspraak van de meeste medeklinkers
  • hoofdlettergebruik
  • schrijfwijze van afkortingen en vreemde woorden

Over deze onderwerpen zul je in het SV niets terugvinden. Bijgevolg volgen we dan het AN.

Motivatie: wij zijn allemaal Nederlandstaligen, en elke Nederlandstalige die hier langskomt zal onze teksten in de eerste plaats volgens de AN-regels trachten te lezen. Volg dus zoveel mogelijk de spellingsregels van het AN. Doe dit ook bij leenwoorden[1]. Schrijf dus à peu près, surtout, computer, New York, Windows 98, website, shampoo, yoghurt en niet een of andere fonetisch gespelde variant. Elke lezer zal die vreemde woorden meteen herkennen en correct uitspreken.

Algemene Spellingsregel

Veel West-Vlaamse woorden zijn etymologisch[2] verwant met hun AN-tegenhangers maar bevatten een of meerdere klanken die afwijken van hun Nederlandse variant. De algemene regel is dat we in het SV de West-Vlaamse uitspraak volgen.

SV: meur (muur), veugel (vogel), peird (paard)
SV: vodder (verder), puppe (pop), rienk (ring)

De algemene spellingsregel heeft tot gevolg dat een AN-woord in het West-Vlaams verschillende vormen kan krijgen naargelang het dialect, bijv. rik, rugge voor AN rug.

Dit is de algemene regel. De meer specifieke regels die nu volgen, krijgen voorrang.

Eigennamen

Worden wel op z'n West-Vlaams geschreven:

  • geografische namen
  • geschiedkundige periodes en gebeurtenissen
  • historische personages

Zie ook de artikels Geografische namen in SV en Historische eigennamen in SV.

SV: Holland, Iengeland, Haspengouw, de Roonberg (de Rodenberg)
SV: de Verlichtienge, den Twiddn Weireldoorloge

Worden niet verwestvlaamst:

  • hedendaagse persoonsnamen
  • merknamen
SV: Johan Vande Lanotte, Honda, Hommelbier

Regelgroep 2 - Streekonafhankelijk West-Vlaams

Finale -en

De doffe e voor de eind-n wordt in het West-Vlaams nooit uitgesproken.
In het SV schrijven we die dus niet.

SV: moakn (maken), houdn (houden), vichtn (vechten), vindn (vinden), volgn (volgen), werkn (werken), ziengn (zingen)
SV: beestn (dieren), noamn (namen), houndn (honden), puppn (poppen), rebbn (ribben), soortn (soorten), tydn (tijden)

Let op:

  • Door het wegvallen van de doffe e wordt de vorige lettergreep gesloten[3].
    Om foutieve uitspraak te vermijden, wordt een lange klinker in de vorige lettergreep er dubbel geschreven.
SV: bluuvn (blijven), eetn (eten), geneezn (genezen), loopn (lopen)
  • Een eventuele dubbele medeklinker blijft dubbel.
SV: mussche (mus), puppn (poppen), sperrn (sparren), tusschn (tussen)
SV: kommn (komen), leggn (leggen), visschn (vissen), zeggn (zeggen)
  • Als de grondvorm[4] eindigt op -n dan is deze regel ook van toepassing. Een woord kan evenwel nooit eindigen op meer dan twee n'en.
SV: weunn (wonen), leenn (lenen)
SV: binn (binnen), kunn (kunnen), winn (winnen), gewounn (gewonnen)

AN-aa

Schrijf oa waar het AN een lange aa heeft en wanneer die in het West-Vlaams eerder als [ɔ:]? (een gesloten aa) klinkt.

Uitspraak:

  • als oa geen tweeklank is dan komt de uitspraak overeen met de o in kop maar dan lang uitgesproken
  • als oa een diftong[5] is dan wordt die kort uitgesproken (moat ↔ mwot).
SV: nen broavn hoane (een brave haan), e roare toale (een rare taal)

AN-ei

De AN-ei in woorden als klein, geit, eik spellen we als e (indien open[6]) of ee (indien gesloten[3]).

Het gaat hier om woorden die in het Oergermaans de diftong /ai/ hadden in umlautspositie. In het Middelnederlands evolueerde die meestal (maar niet altijd) tot /ei/, vaak gespeld als ey. Niet in het middeleeuwse Vlaams echter waar het de lange vocaal /ē/ werd en zo in het huidige West-Vlaams bewaard is gebleven.
SV: e klene gete (een kleine geit), nen oudn eek in de wee (een oude eik in de weide)

Zie ook diftongering van ee.

AN-g, AN-ch

In het West-Vlaams worden AN-g en AN-ch consequent als h uitgesproken.
Het SV behoudt evenwel de AN-spelling.

SV: M'hèin genoeg gelachn, me goan nu serieus zyn.
SV: Brugge, Gilwe (Geluwe), vichtig (vijftig), kluchtig

AN-ouw, AN-auw

Het West-Vlaams volgt de spelling van de AN-klanken ouw, auw.

SV: Henegouwn, mouwe, schouwe 
SV: blauw, klauw, snauwn

Initiële AN-h

In het West-Vlaams wordt de initiële /h/ zelden uitgesproken.
Het al dan niet schrijven van de niet-uitgesproken /h/ is vrij.

SV: hoane, 't Heuvelland          haan, 't Heuvelland 
SV: oane, 't Euvelland 

Finale AN-ing

De AN-ing uitgang wordt in het SV altijd -ieng of -ienk.

SV: koppelienge (koppeling), verbeterienge (verbetering)
SV: keunienk (koning), rienk (ring)

Regelgroep 3 - Streekafhankelijk West-Vlaams

SV-y

Schrijf y waar het AN /ij/ heeft.

SV: Myn lief es e schryfster uut Kortryk.	Mijn lief is een schrijfster uit Kortrijk.
SV: Z'es zy by my.				Zij is bij mij.
SV: 't Zyn de myne.				't Zijn de mijne.
SV: Dat es van olle tydn.			Dat is van alle tijden.
SV: Yzer, Vrankryk				Ijzer, Frankrijk
SV: gy, zy, wynder, gynder, zynder		gij (2 ev.), zij (3 ev. vr.), wij, jullie, zij (3 mv.)
SV: lyf, lyk, e ryke, wyd, wyk, zwyn		lijf, lijk (bet. dood lichaam), een rijke (v.), wijd, wijk, zwijn
SV: kryschn, kykn, smytn, twyfeln		wenen (krijsen), kijken, smijten, twijfelen
SV: brouwery, tovenoary, vry			brouwerij, tovenarij, vrij

Krijgen ook een y:

SV: Yper, Yzegem, klyte			        Ieper, Izegem, klei

Enkele vervoegingen:

SV: bevryde abdyen, ne vryen vint		bevrijde abdijen, een vrije man
SV: krygn, ik kryge, gy krygt, gekreegn		krygen, ik krijg, jij krijgt, gekregen
SV: ryen, ik ry, gy rydt, gereedn		rijden, ik rij, jij rijdt, gereden

Uitzondering 1: de lijk-regel

Onbeklemtoonde AN '-lijk-' wordt in SV '-lik-':

SV: lelik, tydelik, zudelik, joarliks	        lelijk, tijdelijk, zuidelijk, jaarlijks
SV: gemakkelik, gemakkelikker, gemakkelikst	gemakkelijk, gemakkelijker, gemakkelijkst
SV: lik 					zoals (onbeklemtoond voegwoord)

Uitzondering 2: de bij-regel

SV: bie					        bij (het beestje)

Uitzondering 3: de Turkije-regel

SV: Turkeye, Bulgareye			        Turkije, Bulgarije
SV: vreyen, vreyer				vrijen (bet. liefkozen), vrijer

SV-ou

1. We schrijven ou voor de typisch West-Vlaamse uitspraak voor de AN-ou in hout, zout.
Uitspraak: ergens tussen AN-oe en AN-oo.

SV: hout, zout, koud, goud

2. We schrijven ook ou voor de typisch West-Vlaamse klank die je hoort bij de meeste AN-woorden met korte, gesloten /on/ zoals in rond, mond, donker, honger.
Uitspraak: ergens tussen AN-oe en AN-oo.

SV: frount, ground, hound, round, zounder	 front, grond, hond, rond, zonder
SV: ounmeugelik, ountdekkienge, ountwikkeld	 onmogelijk, ontdekking, ontwikkeld
SV: dounker, jounk, schounk, vounke		 donker, jong, schonk, vonk
SV: joungens, loungn, oorsproung, hounger	 jongens, longen, oorsprong, honger
SV: Die jounge blounde heurn hound ligt up de ground.

De ou in het tweede geval is van toepassing op van oorsprong West-Germaanse woorden die vroeger een [u]? hadden. Dit is niet het geval bij

  • meeste leenwoorden uit het (Oud)Frans of Latijn met korte /on/ : balkong (balkon), ballong (ballon), betong (beton), bong (bon), carbong (koolstof, Frans: carbone), constructie (constructie), plafong (plafond), salong (salon), spiong (spion), stoatie (station) enz.
  • woorden als dunderdag (donderdag), zundag (zondag), bronne (bron)

SV-uu

Schrijf u (indien open[6]) of uu (indien gesloten[3]) voor de klinker die je hoort in het West-Vlaams voor buiten, muis.
Uitspraak: ergens tussen AN-uu en AN-eu.

SV: Myn wuuf bluuft in heur huzeke, ze goat de computer gebruukn.
AN: Mijn vrouw blijft in haar huisje, ze gaat de computer gebruiken.
SV: Buutn loopn d'r vuuf brune muuzn.
AN: Buiten lopen er vijf bruine muizen.

SV-èi

Schrijf /èi/ voor de typisch West-Vlaamse (half)lange eenklank [ɛː]? die in het AN niet voorkomt.

SV: 't rèint (het regent), hèin (ZO WVL hebben), blèitn (wenen), grèitn (uitlachen)

Deze spelling kan ook gebruikt worden voor woorden die in het AN de tweeklank /ei/ hebben maar in het West-Vlaams een korte vocaal: dwèil, zèil.

SV-ei

Schrijf /ei/ in de volgende gevallen.

1. voor woorden die de tweeklank /ei/ hebben (zoals in AN)

SV: eiers (eieren), eigentlik (eigenlijk), geleid (gelegd), gezeid (gezegd)

2. voor de klank die je in het West-Vlaams hoort bij woorden die in AN /aa+r/ of /ee+r/ hebben zoals paard, gaarne, staart, wereld, scheren enz.
Deze West-Vlaamse /ei/ voor /r/ is in die context geen tweeklank.

SV: Ik zie da peird geirne.	     (Ik zie dat paard graag.)

SV-sch

We schrijven sch voor de AN-sch-combinatie ongeacht haar plaats binnen het woord.
De uitspraak is sterk streekafhankelijk: sj, sk, sjk, sch, sjch, s, s' (s met glottisslag).

SV: verschil, geschiedenisse
SV: Die schone gastn droagn lelikke schoen.	  Die knappe gasten dragen lelijke schoenen.


Bij bepaalde afleidingen (meervoudsvorm en bijvoeglijk naamwoord) krijgen sommige West-Vlaamse woorden het sch-achtervoegsel dat we tot 1954 ook in het Nederlands aantroffen. Ook hier schrijven we die klank als sch.
De uitspraak is eveneens sterk streekafhankelijk (en verschilt soms van de eerder vermelde sch) : sj, sk, sjk, sch, s, s' (s met glottisslag).

SV: minschn, visschn, musschn			   mensen, vissen, mussen
SV: ne joarlikschn stoet			   een jaarlijkse stoet
SV: Vlamsche, Spoansche, Iengelsche, Fransche, Duutsche

In hun grondvorm (zelfstandig naamwoord enkelvoud) valt dit achtervoegsel achterwege bij mannelijke en onzijdige woorden. Bij vrouwelijke woorden blijft de sch wel behouden.

SV (m) : mins, vis				   mens, vis
SV (v) : e mussche, e Vlamsche, e Spoansche	   een mus, een Vlaamse [vrouw], een Spaanse [vrouw]
SV (o) : Vlams, Spoans, Iengels, Frans, Duuts	   (het) Vlaams, Spaans, Engels, Frans, Duits

Finale -tie

We schrijven -tie (en volgen het AN) in woorden zoals informatie, politie.
Uitspraak: sie, se, sje...

SV: informoatie, politie		          (informatie, politie)

Diftongering ee

Schrijf ê (indien open[6]) of êe (indien gesloten[3]) wanneer de lange ee een diftong[5] is.
Uitspraak: jee.

SV: Rênienge, Vormezêle, êne, ênige, gêne, verênigd, klêne, zêver, ollêne (alleen), bête (biet), hêlegansn (helemaal)
SV: klêen, dêelgemêente, gerêed, mêer (meer), êen, zêe, wêe (weide)
SV: Den êestn kêe es 't vrêe de moeite.

Wie geen tweeklank hoort, schrijft die niet.

SV: Renienge, Vormezele, ene, enige, gene, verenigd, klene, zever, ollene (alleen), bete (biet), helegansn (helemaal)
SV: kleen, deelgemeente, gereed, meer (meer), een, zee, wee (weide)
SV: Den eestn kee es 't vree de moeite.

De diftongering heeft tot gevolg dat de ee-klank kort wordt uitgesproken: kleen ↔ kljin, meer ↔ mjir .

Diftongering oo

Schrijf ô (indien open[6]) of ôo (indien gesloten[3]) wanneer je in de West-Vlaamse oo een tweeklank hoort.
Uitspraak: woo.

SV: grôte, schône, ôge (oog), t'hôpe (samen), kôlemarsjang (kolenhandelaar), zô, vô (voor)
SV: grôot, ôok, hôofd (hoofd), rôod, lôopn (lopen), gebôorn (geboren)
SV: De môordenoare es uutendelik ter dôod verôordêeld.

Wie die niet hoort, schrijft die niet.

SV: grote, schone, oge (oog), t'hope (samen), kolemarsjang (kolenhandelaar), zo, vo (voor)
SV: groot, ook, hoofd (hoofd), rood, loopn (lopen), geboorn (geboren)
SV: De moordenoare es uutendelik ter dood veroordeeld.

De diftongering heeft tot gevolg dat de oo-klank kort wordt uitgesproken: vorig ↔ vworrig, ook ↔ wok.

Diftongering oa

Schrijf ôa wanneer je in de West-Vlaamse oa een tweeklank hoort.
Uitspraak: wa.

SV: môatn (maten, vrienden)

Wie die niet hoort, schrijft die niet.

SV: moatn

De diftongering heeft tot gevolg dat de oa-klank kort wordt uitgesproken: moatn ↔ mwottn.

Afkappingen

Afgekapte woorden worden bij voorkeur apart gespeld. Schrijf in dit geval een apostrof op de plaats waar er karakters zijn verdwenen.

SV: Es 'n hem in 'n hof?			AN: Is hij in de tuin?
SV: 'k En peinze 't nie.			AN: Ik denk van niet.
SV: 's Noens wos 'n hem hier pertank.		AN: Hij was nochtans deze middag hier.
SV: Ja 'k en doe, 'k goa na 't Hoge.		AN: Toch wel, ik na naar het Hoge.

Tekstfragmenten in SV

In de taalkunde worden vaak bijbelfragmenten gekozen om talen te illustreren of onderling te vergelijken. Dit zijn teksten met een gangbare woordenschat die iedereen wel vlug herkent.

Tekst 1 (Lc 15, 11-20)

[11] En je [Jezus] begost' hem te vertelln: D'r wos entwiene die twee zeuns ha. [12] Den joungstn van die twee zei tout zyn voader: "Voader, gif my myn deel da my toekomt." En je verdeeld' hem ol dat'n hem ha tusschn zyn zeuns. [13] Nie lange d'rachter zette den joungstn zeune an mèi ol zyn bezittiengn en je gounk hem noa e ver land, woa dat'n 't ol verbuuschde in e wild leevn. [14] Oetn 't ol verdoan ha, wos d'r ne grootn houngersnood in da land en je begost' hem tekort te kommn. [15] Je zocht' hem werk by d'inweuners van da land, en ze zoundn zynder hem 't land up om voe de zwyns te goan zorgn. [16] J'ha geirne de schelln willn upeetn die de zwyns kreegn, moa niemand gof hem entwodde. [17] Toun begost ie hem t'overpeinzn en je zei: "'t Werkvook van myn voader hèit teetn over, en ik vergoa hier van den hounger. [18] 'k Goa 'k ik were keern na myn voader en 'k goa 'k ik teegn hem zeggn: Voader, 'k hèi 'k ik misdoane teegn den hemel en teegn jou; [19] 'k benn' het nie weird da je gy my nog jounen zeune noemt, doe mèi my tselste lik mèi joun werkvook. [20] Toun keerd 'n hem zere were na zyn voader. Zyn voader zag hem ol van verre ofkommn. Je kreeg hem compasje en je liep d'r na toe, je vloog round zyn nekke en gof hem ne pieper.

(Origineel fragment overgenomen uit http://www.denieuwebijbelvertaling.be.)

Tekst 2 (Joh 20, 11-18)

[11] Merria stound by 't graf te kryschn. Ze krees zy en ze boog zy heur voorover na da graf, [12] en ze zog zy doa twee iengels zittn in witte kleers, 'n eerstn by 't hoofd en 'n andern by de voetn, up de plekke woa dat 't lyk van Jezus ha geleegn. [13] 'Voewuk krys je gy?' vroegn z'an heur. Ze zei zy: 'Z'hèin mynen Here weggenoomn en 'k en wete 'k ik nie na woa dan ze zynder Hem gebrocht hèin. [14] Achter da ze zy dat gezei ha, keerde ze zy heur omme en ze zog zy Jezus stoan, moa zy en wiste nie dat Hem wos die doa stound. [15] 'Voewuk krys je gy?' vroeg Jezus an heur. 'Wie zoek je gy?' Merria peinsde dat 'n hovenier wos en ze zei zy: 'Oe je gy Hem hèit weggenoomn, zeg my toun woa da je gy Hem geleid hèit, toun keune 'k ik Hem goan hoaln.' [16] Jezus zei teegn heur: 'Merria!' Ze keerde zy heur omme en ze zei zy: 'Rabboeni!' (Wuk da wil zeggn 'meester') [17] 'Pak my nie vaste,' zei Jezus. ' 'k Benne nog nie omhoge gegoan na de Voader. Lop na myn broers en zusters en zeg teegn hunder da 'k ik omhoge goa na myn Voader, die ook junder Voader es, na mynen God, die ook jundern God es.' [18] Merria uut Magdala gounk noa de leerliengn en ze zei zy teegn hunder: 'k hèi 'k ik den Here geziene!' En ze vertelde zy olles wuk dat 'n Hem teegn heur ha gezei.

(Origineel fragment overgenomen uit http://www.denieuwebijbelvertaling.be.)

Noten

  1. Een leenwoord is een woord aan een andere taal ontleend.
  2. Etymologie is de studie van de oorsprong van woorden.
  3. 3,0 3,1 3,2 3,3 3,4 Een gesloten lettergreep eindigt op een medeklinker. Een lange klinker in een gesloten lettergreep wordt dubbel geschreven, zoals in peer, laat.
  4. De grondvorm van een zelfstandig naamwoord is het enkelvoud, de grondvorm van een werkwoord is de stam. De stam van een werkwoord is de vorm zonder verbuigingsuitgangen en komt in het AN overeen met de eerste persoon enkelvoud van de OVT (onvoltooid tegenwoordige tijd). De stam van geven bijvoorbeeld is geef.
  5. 5,0 5,1 Een diftong is een tweeklank, zoals de ou in koud. Diftongering betekent: een tweeklank worden.
  6. 6,0 6,1 6,2 6,3 Een open lettergreep eindigt op een klinker. Een lange klinker in een open lettergreep wordt enkel geschreven. Voorbeeld: vader, spelen.


Reacties

Gebruik het discuusjeblad voor alle verdere reacties aub.